paul-conny-indonesie2018.reismee.nl

Verder na Bajawa: naar Ruteng

Het was fris vannacht. Er was een douche, met warm water. En daarmee was het ook gelijk gezegd: het straaltje kwam uit een kraan van minstens 70 jaar oud en  met een flink prostaatprobleem. Vanaf Bajawa ging de weg weer omlaag, in de verte de slapende vulkaan Ineri. Letterlijk vertaald betekent deze naam Big Mama. 

De weg ernaartoe leek aanvankelijk recht op de vulkaan in de verte af te gaan, maar verviel al weer snel in hevig gekronkel. De gevarieerde begroeiing maakte plaats voor bamboe, heel veel bamboe en op een gegeven moment niets anders meer dan dat. Nu zelfs meer dan een dijbeen dikte en zo hoog...!


Een tweede traditioneel dorp, Bena, werd aangedaan. We werden nog voor de ingang tot het dorp begroet door een oude man die zijn koopwaar aanbood. Hij had van alles, de dorpelingen verbouwen menige specerijen zelf: cacao, nootmuskaat (vers, zacht en in mootjes), kaneel, vanille, kruidnagel, koffiebonen. Maar ook fruit: ananas, maracua. Veel ervan groeit in de wilde natuur in de directe omgeving. We hebben een zakje verse kemirih van hem gekocht, de voorraad thuis is bijna op en uiteraard lang niet zo vers.  De Engelstalige naam van deze noot is Candle Nut, en dat zegt wel genoeg. Het lijkt wel een beetje op macadamia. De noot is alleen grover en puntiger en zit in een harde dikke schil die maar moeilijk is te kraken. In de indische keuken wordt de kemirih noot -geroosterd- veel gebruikt. De koopman wees hem aan en zei "Walnut", "Kemirih!" reageerde Conny. Hij lachte van verrassing zijn van de sirih roodbekleurde tanden bloot.


Het dorp bood veel fraais; vriendelijke mensen, gewend aan rondsjouwende toeristen, toonden gewillig hun dagelijkse bezigheden. Iets te nadrukkelijk gericht op diezelfde toeristen. Nee, geen belangstelling voor bamboe kopjes en bekers, houtsnijwerkjes en kokoshouten pollepels en traditioneel geweven ikat stoffen die verdacht kleurrijk en soepel waren. Aan de andere kant een oude man die ons leidde naar een uitkijkpunt met overzicht over de onderliggende vallei. In de verte het dichtstbijzijnde dorp met pasar en de kronkelweg ernaartoe. Die liep hij elke dag omlaag en omhoog. Het hoeft geen betoog dat zijn conditie even wat beter dan de onze was, zo gemakkekijk als hij over de hoge treden omhoog bewoog.


De weg vervolgde naar een stroomversnelling waar twee bergstromen elkaar omtmoetten. De ene stroom voerde koel bergwater, de andere heet. Zo heet dat je er een ei in kan koken!
De rotsblokken in de stroomversnelling vermengen de hete en  de koude waterstroom en dit moesten we natúúrlijk aan den lijve ervaren. Was het bezoek gisteren aan de heetwaterbronnen al een hele belevenis, dit had geen weerga. 

Niet alleen door afwezigheid van grote groepen mensen -'t was er heerlijk rustig- maar de sensatie van snel stromend water om je heen met wisselend warme, hete en dan weer koele vleugen... Afhankelijk van het plekje dat je opzocht kon je genieten van constant koel of warm tot heet gemengd water, elders dus wisselbaden. En dat alles gewoon midden in de natuur, niks kunstmatig gekanaliseerd. Ook nu weer werd het miezerige douchekopje van vanmorgen royaal gecompenseerd.


De weg naar Ruteng leidde, hoe kan het anders, via kronkelige wegen, omhoog, omlaag. En voortdurend die uitbundige en overweldigende natuur. Het is overwegend bewolkt, maar het is wat ons betreft aangenaam koel. Onze chauffer Budi vindt het maar niks. Dingin, koud! Op deze hoogte gaan de bergen verderop, op in een dikke mist. Het blijkt het wolkendek dat over de bergen gaat.

Het werd naarmate we lager kwamen en meer in de buurt van de zee, aanmerkelijk warmer. Een korte stop in Aimere voor wat eten en iets verderop een arak destilleerderijtje. De fabricage is kleinschalig en verrassend simpel. Van een op de kokospalm gelijkende palm wordt het sap uit de langwerpige vruchten geperst en verzameld in een aarden pot. Hieronder wordt een vuurtje gestookt. De damp wordt door een lange bamboe buis van een meter of vijf geleid en aan het eind wordt het gecondenseerde vocht opgevangen. In een kleine jerrycan. Al klaar. Op een tafeltje wat flesjes met verschillende sterkten, verlopend van 15 tot 50(!) procent. En gratis proeven, dat moest natuurlijk ook. De smaak veranderde naarmate de sterkte toenam, van wrang zoetig naar bijna jonge jenever zij het ietsje wrang. De met suiker en kaneel gemengde variant smaakte iets meer likeur achtig maar kon weing bekoren. Op Java en Bali wordt arak gemaakt op basis van rijst. Het kustdorpje Aimere is het enige op Flores waar deze arak wordt gemaakt. Langs de kant van de weg wordt het in plastic flessen verkocht, precies zoals dat elders met benzine gebeurt voor de vele brommers. Als je niet op de kleur let, kan je je nog lelijk vergissen. Al moet je denk ik dan ook wel diep in het arakglaasje hebben gekeken..

De doorgaande weg over Flores is over het merendeel heel goed begaanbaar, verspreid over de route wordt er letterlijk aan de weg gewerkt. Door de voortdurende kronkels - een recht stuk weg hebben we nauwelijks meegemaakt- schiet het echter niet op; harder dan 40 km per uur rijden gaat vrijwel niet, eerder langzamer. Een relatief korte afstand van pak m beet 50 tot 60 km kan zomaar uren rijden zijn. En toch nergens saai. Zo met de raampjes open komen bij toeren de heerlijkste geuren voorbij, van zoetige bloemengeur tot in diverse dorpjes, die van heerlijk vers gebrande koffie. Maar ook het schelle geschal van een autootje met achterwaarts gerichte luidsprekers die in het kader van de komende verkiezingen meer dan luidkeels vrolijke muziek ten gehore bracht! Tja, kom daar maar eens aan voorbij met een smalle weg en al die bochten. Mochten we al mogen stemmen, de onze hebben ze niet! Goddank sloegen ze af...

Het zou een lange rit gaan worden naar Ruteng. Al eerder op de dag vertelde Budi dat een goede vriend van hem naar de bergen was verhuisd. Diens zoontje had vandaag zijn Heilige Communie. Misschien zou er op weg naar Ruteng tijd zijn om naar het feest te gaan. Tuurlijk, ook leuk toch, om mee te maken! Bovendien, als goede vriend laat je bij zoiets natuurlijk niet vestek gaan.

Het liep inmiddels tegen de schemering dat we het dorp waar deze vriend woont, naderden. Naar Ruteng is het nog een half uurtje, schatte Budi. Misschien kunnen we even bij het feest hier in het dorp aankeren. Ook een half uurtje. Och prima, leuk wel; doe maar! Ja, zei Budi nog, kan je ook mee eten, babi ketjap! Hij verliet de hoofdweg en reed een dorpje in. De weg ging steil omhoog en omhoog. Bij iedere bocht weer een, nog verder omhoog. Driftig sturend zat Budi te bellen, het was duidelijk dat hij zijn vriend niet te pakken kreeg. Te langen leste gestopt bij een jonge vrouw die toevallig langs de weg stond. Dat hij naar de gewraakte kampung vroeg was duidelijk, het antwoord kennelijk een stuk minder. Inmiddels had hij zijn vriend aan de telefoon en was het gezelschap op straat verder gegroeid. Wat de duidelijkheid zichtbaar niet bevorderde. Het uiteindelijke besluit was doorrijden. Verderop, alsmaar door maar door.

De weg werd smaller, en ging met veel gekronkel nog steeds steil omhoog. Het werd mistig, en de schemer duurt maar kort. De weg werd steeds slechter, de kuilen en hobbels steeds groter. En dat hele stuk dan ook nog terug...?  Je zag de twijfel bij Budi groeien. Zijn vriend had kennelijk niet veel zin in bezoek door een zo afgelegen mogelijke plek te kiezen? De handdoek ging in de ring. Een passant op een brommertje wist te melden dat dit nog niks was, verderop was het pas echt een puinhoop. Dan maar rechtsomwaarts. In het pikkedonker keren op een smal steil bergweggetje en het hele eind weer terug. "Sorry ja.." verontschuldigde Budi zich. Ach joh, geeft niet. We hebben het tenminste geprobeerd.... Dik een uur later draaiden we weer de hoofdweg op. Ruteng, alsnog een half uurtje te gaan...

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!